PDF Opties

1. Algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

De algemene middelen van de gemeente dekken de kosten van de programma's. Dit betreft middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. Het Rijk bepaalt de hoogte van deze algemene uitkering. De gemeente kan ook zelf inkomsten genereren door het heffen van belastingen, waarvan de onroerendezaakbelasting de belangrijkste is. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie.

Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van:

  • lokale belastingen en heffingen;

  • de algemene uitkering uit het gemeentefonds;

  • het gemeentelijk financieringsbeleid, het saldo van de externe vaste geldleningen en de intern toegerekende rente aan activa en grondexploitaties;

  • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;

  • incidentele baten en lasten over voorgaande jaren;

  • algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten).

Gemeentefonds

De in deze jaarrekening verantwoorde uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire 2022.

De uitgavenontwikkelingen binnen de verschillende ministeries hebben direct gevolgen voor de groei en/of krimp (het accres) van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In het najaar 2021 was het voorlopige accres voor 2022 (nominale) groei nog 5,04%. In juni 2022 heeft de VNG ingestemd om het bestaande accres te splitsen in een volume- en een nominaal deel. Hierbij is verder afgesproken om het volume-accres van het gemeentefonds voor de jaren 2022-2025 te bevriezen op de stand Voorjaarsnota 2022, met als oogmerk de stabiliteit van het geraamde accres te verbeteren, zodat zowel het ministerie van Financiën als gemeenten daar met hun begrotingspolitiek beter mee uit de voeten kunnen. Daarnaast wordt jaarlijks de nominale compensatie (het zgn. lpo-deel) in het voorjaar geactualiseerd aan de hand van het Centraal Economisch Plan (CEP) en in het najaar (miljoenennota) aan de hand van de Macro Economische Verkenningen (MEV) door het Centraal Planbureau (CPB). Hiermee kwam het definitieve accres voor 2022 uit op 8,43%.

In 2022 zijn drie circulaires verschenen (mei, september en december) over het financieel perspectief voor gemeenten. De belangrijkste ontwikkelingen uit deze circulaires stonden in het teken van:

  • Financiële verhoudingen met het Rijk. De (autonome) uitgaven van gemeenten nemen jaarlijks niet alleen zullen toe door de hoge inflatie, maar ook door bevolkingsgroei en vergrijzing. Met het vastzetten van het accres vanaf 2026 verliezen gemeenten een instrument om deze volumegroei op te vangen. Hierdoor is de financiële ruimte voor gemeenten in 2026 minder dan in 2025. Het vervallen van huidige normeringssystematiek, moet opgevangen worden door een een nieuwe financieringssystematiek zoals is beschreven in het coalitieakkoord van het Rijk. Met deze nieuwe financieringssystematiek wordt een stabielere financiering voor de medeoverheden beoogd en wordt hun autonomie vergroot door de mogelijkheid om een groter eigen belastinggebied te creëren. Het kabinet heeft gestreefd in het najaar 2022 hierover meer duidelijkheid te geven, maar tot op heden is op dit punt nog geen verdere informatie naar buiten gekomen.

  • Hogere Rijksuitgaven door het kabinet Rutte IV in de periode 2022-2025. Door deze hogere uitgaven (o.a. inflatie, hogere defensie uitgaven, hogere kosten opvang vluchtelingen) en een hogere loon- en prijsontwikkeling stijgt het volume- en nominale (lpo) accres. Hierdoor is er in 2023 conform de normeringssystematiek (trap-op-trap-af) een hogere uitkering uit het gemeentefonds ontvangen.

  • Opschalingskorting en woningbouwdoeleinden. Voor de periode 2022-2025 is de opschalingskorting incidenteel geschrapt. Vanaf 2026 is deze korting opnieuw ingeboekt voor € 675 miljoen zonder dat er sprake is van een taakwijziging. Verder heeft er een generieke incidentele uitname plaatsgevonden op het accres voor de voeding aan het volkshuisvestingfonds en de woningbouwimpuls. Deze middelen worden nu opgenomen in de vorm van een tweetal specifieke uitkeringen (SPUK), waar gemeenten door middel van een aanvraag een beroep op kunnen doen.

  • Nieuw verdeelstelsel. Vanaf 2023 wordt het nieuwe verdeelstselsel ingevoerd, met een nadelig herverdeeleffect voor Purmerend.

  • Aanpak problematiek jeugdzorg. De hervormingsagenda is weer opgepakt, nadat het Rijk een extra besparing in het jeugddomein had opgenomen (oplopend naar € 500 miljoen in 2026). Hierover is in 2022 nog geen overeenstemming bereikt.

  • Extra incidentele middelen in 2022 voor energietoeslag minima, brede aanpak dak- en thuisloosheid, bijzondere bijstand, Oekraïne, uitvoeringskosten klimaatakkoord, Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb), inburgering en compensatiederving corona.

Deelnemingen

Stadsverwarming Purmerend (SVP)

De aandelen in Stadsverwarming Purmerend (SVP) zijn voor 100% in handen van gemeente Purmerend. Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,27 miljoen (oorspronkelijk € 42,6 miljoen).

In 2022 zien we de volgende ontwikkelingen:

  • Gedurende 2022 is er een nieuwe algemeen directeur aangesteld;

  • De bouw van BWC2 zal geen doorgang vinden. SVP heeft besloten in te zetten op het verder optimaliseren van de bestaande BioWarmteCentrale en het verbeteren van het warmtenet om een stabiele en betrouwbare warmtelevering voor de komende jaren te blijven verzorgen;

  • Er is sprake van een energiecrisis. Deze crisis heeft invloed op de door SVP te hanteren tarieven voor zowel 2022 als 2023. De overheid heeft voor 2022 een Energietoeslag verstrekt voor lagere inkomens. Voor 2023 is ook Energietoeslag beschikbaar gesteld. Daarnaast is een prijsplafond ingesteld;

  • De productie van de BWC is voor 2022 uitgekomen op 852.316 GJ. Dat is 50.499 GJ minder dan 2021 (902.815 GJ);

  • Het project versnelde leidingrenovatie is in 2022 afgerond. Vanaf 2018 t/m 2022 zijn bij meer dan 7.600 woningen in Purmer-Noord, Purmer-Zuid en Gors Noord de huisaansluitingen vervangen. In 2022 zijn de laatste 2.434 huisaansluitingen vervangen;

  • SVP heeft ultimo 2022 bijna 28.000 klanten (28.700 aansluitingen), een toename ten opzichte van 2021 van 771 klanten (790 aansluitingen);

  • Voor het aantal leveringsonderbrekingen werd in 2022 in 3 geval compensatie uitbetaald (2021:1). Het aantal ongeplande onderbrekingen bedroeg in 2022 47 (2021: 40). Het aantal geplande onderbrekingen was in 2022: 450 (2021: 515). Dat is 65 minder dan in 2021;

  • De klanttevredenheid is gelijk gebleven met een 7,4. Dit wordt twee jaarlijks opgevraagd.

Ontwikkeling resultaat 2022
De netto omzet van SVP is 2022 uitgekomen op € 39,7 miljoen, dit is 6,1% hoger (€ 2,3 miljoen) dan in 2021 (37,4 miljoen). Dit komt door € 2,6 miljoen hogere omzet warmteleveringen. De hogere warmteleveringen ontstaan door een lagere afzet (gedragsverandering bij klanten om energie te besparen) maar door het toepassen van een hoger verkooptarief. Tevens is de omzet op het vastrecht met € 0,9 miljoen gestegen als gevolg van een hoger tarief en een toename van het aantal klanten en een toename van het aantal afleversets in eigendom van SVP. De overige omzet neemt met 1,2 miljoen af ten opzichte van voorgaand jaar. Dit als gevolg van een lagere SDE+ subsidie als gevolg van een lagere productie GJ door de BWC.

Het resultaat na belastingen over 2022 is € 4,4 miljoen positief. Dit bestaat uit:

  • Een resultaat uit normale bedrijfsvoering van € 3,02 miljoen;

  • Een vrijval van een balanspost na te betalen bedrag over 2017 aan EB/ODE van € 3,77 miljoen;

  • Incidenteel nadeel als gevolg van afboeken ontwikkelkosten van BWC2 € 2,51 miljoen;

  • Een belastingresultaat van € 0,07 miljoen.

Het resultaat 2022 voor belasting is € 1,1 miljoen beter dan de prognose uit november 2022. Dit komt door de niet begrote vrijval EB/ODE (€ 3,8 miljoen) en het afboeken van de voorbereidingskosten BWC2 (€ 2,5 miljoen). Er is € 0,4 miljoen nadeel als gevolg van lagere afzet in het vierde kwartaal t.o.v. begroot, tevens ontstaat er een nadeel van € 0,3 miljoen als gevolg van diverse prijs- en volume-effecten, daarnaast vallen de overige bedrijfskosten € 0,7 miljoen lager uit dan begroot.

Van het resultaat 2022 gaat dan ook € 0,7 miljoen naar de gemeente (conform begroting en afspraken met de gemeente). De rest (€ 3,65 miljoen) wordt conform afspraken met de aandeelhouder toegevoegd aan het eigen vermogen van SVP.

PGR11

Realisatie 2021

Begroting 2022 primitief

Begroting 2022 bijgesteld

Realisatie 2022

Afwijking

Lasten

-779

-1.574

-440

182

622

Baten

188.633

191.776

217.180

221.800

4.621

Saldo

187.854

190.203

216.740

221.982

5.242

Financiële toelichting

De algemene dekkingsmiddelen hebben per saldo een voordelige afwijking van € 5.242.000. Dit komt door € 622.000 lagere lasten en € 4.621.000 hogere baten. De belangrijkste verschillen worden hieronder toegelicht.

Realisatie 2021

Begroting 2022 primitief

Begroting 2022 bijgesteld

Realisatie 2022

Afwijking

1 Lokale heffingen

Lasten

-46

-55

-55

-27

28

Baten

14.694

18.261

18.066

17.953

-113

14.649

18.206

18.011

17.926

-85

2 Nog te bestemmen middelen

Lasten

0

-971

-692

-100

592

Baten

0

0

0

0

0

0

-971

-692

-100

592

3 Gemeentefonds

Lasten

-471

0

0

0

0

Baten

170.983

170.668

191.218

195.754

4.535

170.512

170.668

191.218

195.754

4.535

4 Eigen financieringsmiddelen

Lasten

635

75

945

1.028

83

Baten

707

637

114

114

0

1.342

712

1.059

1.142

84

5 Deelnemingen

Lasten

-697

-622

-639

-614

25

Baten

2.198

2.160

2.411

2.365

-46

1.501

1.538

1.772

1.751

-21

6 Incidentele baten en lasten

Lasten

-199

0

0

-106

-106

Baten

50

50

5.371

5.615

244

-149

50

5.371

5.509

138

Toelichting per product

1. Lokale heffingen

De baten zijn € 113.000 lager dan begroot. Ook dit jaar heeft het college als gevolg van de coronacrisis gedurende 2022 gekozen om geen precario te heffen bij de ondernemers in de horeca en retail voor het 1e en 2e kwartaal. De lagere baten die hier worden gepresenteerd zijn inclusief de effecten van corona. Voor deze effecten wordt verwezen naar de coronabijlage.

2. Nog te bestemmen middelen
In de begroting is een stelpost opgenomen betreffende de ontwikkeling van prijzen van materiële budgetten. Het betreft kosten van derden (goederen en diensten die aan de gemeente worden geleverd zoals energie, kantoorartikelen, accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties). In de Najaarsrapportage is er voor gekozen om de stelpost lpo niet vrij te laten vallen, gezien de onzekerheid of er op alle budgetten rekening was gehouden met deze prijsverhogingen. De prijseffecten die nu na-ijlen zijn verwerkt op de budgetten van de programma's (o.a. eenmalige uitkering door vertraging in de gemeentelijke cao, energie inclusief brandstoffen) en leiden tot hoger uitgaven. Daar staat tegenover het voordeel op deze stelpost lpo.

3. Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is in 2022 verantwoord voor bijna € 195,8 miljoen. Dit is incidenteel ruim € 4,5 miljoen meer baten dan begroot.

Uitkeringsjaar

Bijgestelde
Begroting

Realisatie

Afwijking

2020

-

180.242

180.242

2021

-

-59.610

-59.610

2022

191.218.456

195.633.653

4.414.565

Totaal gemeentefonds

191.218.456

195.753.653

4.535.197

Uitkeringsjaar 2022
Het resultaat van de algemene uitkering 2022 is op basis van de laatste specificatie Binnenlandse Zaken (2022-12 nr. 8) en bedraagt € 195.633.021. Dit is € 4,4 miljoen hoger dan geraamd in de Najaarsrapportage 2022. Voor een groot deel wordt dit veroorzaakt door taakmutaties die niet meer in de begroting 2022 konden worden verwerkt waarvan € 2,5 miljoen energietoeslag en € 0,5 miljoen overig (o.a. gezond in de stad, meerkosten sociaal domein en leerlingenvervoer Oekraïne, bijzondere bijstand). Daarnaast is er een compensatiepakket voor corona verstrekt (€ 1,35 miljoen) voor de continuïteit van de zorg in 2022 en voor de afrekening inkomstenderving uit 2021. Dit voordeel uit deze circulaire komt in het financieel resultaat van de gemeente en vloeit naar de algemene reserve. Hierover bent u geïnformeerd in de raadsbrief ontwikkelingen decembercirculaire 2022 (kenmerk 1580095 d.d. 24-01-2023).

Nabetalingen over vorige jaren (2020 en 2021) Purmerend/Beemster (oud)

  • De nabetaling over 2020 is € 180.242 hoger dan begroot door de vaststellingen van de inkomstenmaatstaf OZB, uitgavenmaatstaf medicijngebruik en een hogere uitkeringsfactor (+2 punten)

  • De lagere nabetaling van € 59.610 over 2021 betreft nadere vaststellingen van de maatstaven leerlingen en minderheden.

Alle afwijkingen zijn incidenteel van aard.

Compensatie gevolgen coronacrisis
Het kabinet heeft na de Najaarsrapportage 2022 nog extra compensatie van de gevolgen van de coronacrisis beschikbaar gesteld. Deze compensatie is deels nog voor 2021 en 2022. Hieronder is de financiële vertaling en verdeling van de Rijkscompensatie 2022 voor Purmerend uiteengezet.

Onderwerp/uitdeling via

Circulaire

Periode

Bedrag

Impuls re-integratie (taakmutatie)

sep-21

2022

134.336

Aanvullend pakket re-integratie (taakmutatie)

sep-21

2022

45.585

Gemeentelijk schuldenbeleid (taakmutatie)

sep-21

2022

141.433

Bijzondere bijstand (taakmutatie)

sep-21

2022

70.716

Beschermd wonen (integratie uitkering)

dec-22

2022

9.728

Continuteit van zorg (taakmutatie)

dec-22

2022

109.462

Maatschappelijke opvang (decentralisatie uitkering)

dec-22

2022

139.152

Subtotaal Samenleving

650.413

Handhaving quarantaine (decentralisatie uitkering)

mei-22

2022

1.576

Subtotaal Veiligheid

1.576

Inkomstenderving 2021 (decentralisatie uitkering)

dec-22

2021

1.087.000

Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen

1.087.000

Totaal aan compensatie vanuit gemeentefonds ontvangen in 2021

1.738.989

Wv. compensatie voor 2021

1.087.000

Wv. compensatie voor 2022

651.989

4. Eigen financieringsmiddelen

De afwijkingen op de eigen financieringsmiddelen zijn lager dan € 100.000 en worden daarom niet toegelicht.

5. Deelnemingen

De afwijkingen op de deelnemingen zijn lager dan € 100.000 en worden daarom niet toegelicht.

6. Incidentele baten en lasten

Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een voordeel van ruim € 0,1 miljoen. Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • Een extra dotatie oninbaarheid om de toereikendheid van de voorzieningen dubieuze debiteuren (algemeen en belastingen) op het gewenste niveau te brengen en een afdracht voor de werkkostenregeling aan de belastingdienst. Gesaldeerd laat dit een nadeel zien van afgerond € 0,1 miljoen.

  • In de Najaarsrapportage (besluit 1576600) is er voor gekozen om de voorziening groot onderhoud gebouwen om te zetten naar de reserve groot onderhoud. Bij een voorziening geldt de verplichting dat er een nauwkeurige kostenonderbouwing aan ten grondslag moet liggen. Op dit moment is deze voorziening niet precies te onderbouwen. Het saldo van € 5,6 miljoen is nu overgeheveld uit de voorziening groot onderhoud naar de reserve onderhoud vastgoed. In de Voorjaarsnota wordt de systematiek opnieuw voorgelegd. Ten opzichte van de Najaarsrapportage 2022 vallen de baten afgerond € 0,2 miljoen hoger uit.

Reserves

Algemene dekkingsmiddelen heeft naast de algemene reserve (separaat toegelicht bij het hoofdstuk financieel resultaat) geen reserves.

Voorzieningen

Binnen algemene dekkingsmiddelen zijn er geen voorzieningen.

Structurele effecten

Na meerdere jaren van zeer lage marktrentes stijgen de rentetarieven weer de laatste maanden. Daarnaast neemt onze schuld de komende jaren verder toe, als gevolg van onze investeringsambitie. Deze twee ontwikkelingen zorgen voor toenemende rentelasten. Dat is een ontwikkeling die we direct voelen in onze begroting, omdat de stijgende rente zorgt voor structureel hogere lasten waarvoor we dekking moeten vinden. Daarnaast zien we een hogere opbrengst in de precario voor het gebruik ten behoeve van bouw. Aan de andere kant zien we dat de toeristenbelasting achterblijft door corona en de ontwikkelingen bij BurgGolf Golfresort de Purmer (opvang vluchtelingen Oekraïne) en Van der Valk Hotel Purmerend (opvang statushouders). In de Programmabegroting wordt u geïnformeerd over deze ontwikkelingen.