PDF Opties

4. Grondbeleid

Algemeen

De paragraaf grondbeleid is, op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) een verplicht onderdeel in de begroting en de jaarrekening. De paragraaf in de begroting moet bevatten:

  1. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting;

  2. Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;

  3. Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;

  4. Een onderbouwing van de geraamde winstneming;

  5. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken.

De paragraaf in de jaarrekening bevat de verantwoording van hetgeen in de begroting is opgenomen. In de jaarrekening heeft de paragraaf de functie van terugblik.

Visie en uitvoering grondbeleid Purmerend

In september 2019 is in Purmerend de nota grondbeleid vastgesteld. De nota geeft kaders voor de manier waarop invulling wordt gegeven aan het afwegen van belangen, het fasegewijs werken en het creëren van zowel ruimtelijke, financiële als maatschappelijke meerwaarde binnen gebiedsontwikkelingen. Ook is beschreven dat de voorkeursrol van de gemeente bij ontwikkelingen die bijdragen aan de gemeentelijke kerndoelen, het regie-faciliterend grondbeleid is. Daarnaast kan de gemeente, onder een aantal specifieke benoemde voorwaarden, de inzet van actief grondbeleid overwegen.

Ook de gemeente Beemster had een nota grondbeleid. Deze is in 2017 door de raad van Beemster vastgesteld. In de nota uit 2017 is beschreven dat op projectniveau een afweging wordt gemaakt aan welke vorm van grondbeleid (actief of faciliterend) invulling wordt gegeven en of, en zo ja hoe, met (een) marktpartij(en) wordt samengewerkt. In een afweging voor de keuze tussen actief en faciliterend grondbeleid weegt in ieder geval mee met welk beleid beter aan (één of meer van) deze prioriteiten invulling kan worden gegeven:

  • Bescherming UNESCO werelderfgoed.

  • Maatschappelijke betrokkenheid.

  • Programmatische toevoeging.

  • Kwaliteit publieke ruimte.

  • Financieel inverdienvermogen.

  • Urgentie.

  • Innovatie en duurzaamheid.

Te zien is dat de gemeente na een periode van een voornamelijk faciliterende rol soms ook weer actief grondbeleid overweegt. Dat is bijvoorbeeld te merken aan het vaststellen van nieuwe grondexploitaties, het vestigen van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (Wvg) of het doen van strategische aankopen.

Met de fusie van de gemeente Purmerend en Beemster als aanjager, maar ook door een benodigde evaluatie van de bestaande nota’s grondbeleid is een actualisatie van het grondbeleid nodig. In 2022 is opdracht verleend om de bestaande nota’s grondbeleid te evalueren om zo te komen tot een nieuwe nota grondbeleid. De insteek is dat de huidige Purmerendse nota grondbeleid daarvoor als basis dient, waarbij de Beemster waarden ook duidelijk naar voren komen.

Informatievoorziening MPG

In aanvulling op de begroting en de jaarrekening wordt jaarlijks het meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG) aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Het MPG is een rapportage met informatie over de voortgang van de lopende grondexploitaties en het faciliterend grondbeleid. In het MPG kijken we terug op het afgelopen jaar en vooruit naar de komende jaren. Er wordt overzicht gegeven van het totale aanbod aan woningbouw- en bedrijventerreinprogrammering op de korte én de lange termijn. De te verwachten ontwikkelingen vertalen we financieel. Tevens wordt een onderbouwing gegeven van de winstneming en de beleidsuitgangspunten van de reserves in relatie tot de risico’s in grondzaken. Kortheidshalve verwijzen we voor een uitgebreide toelichting over de voortgang in de gebiedsontwikkelingen naar het MPG 2023. Tevens verwijzen we naar de Paragraaf 'weerstandsvermogen en risicobeheersing' van de programmarekening, waarin ook de risico’s en reserves van het grondbeleid staan.

Wet ruimtelijke ordening en grondbeleid

De huidige Wro maakt het voor een gemeente mogelijk regietaken krachtig ter hand te nemen zonder zelf per definitie ontwikkelaar te zijn bij de productie van bouwgrond. De gemeente kan aan de initiatiefnemer/eigenaar van een locatie eisen stellen voor ontwikkeling van de gehele locatie. De Grondexploitatiewet biedt een basis om met initiatiefnemers privaatrechtelijke overeenkomsten aan te gaan waarbij we, naast het stellen van kwaliteitseisen, afspraken maken over het kostenverhaal.

Mochten initiatiefnemers geen overeenkomst willen aangaan, dan kent de Grondexploitatiewet mogelijkheden tot het verplichten van het kostenverhaal. Bij het nemen van een ruimtelijk besluit waarmee een locatieontwikkeling mogelijk wordt (bijvoorbeeld een bestemmingsplan), moeten we vaststellen of het kostenverhaal is verzekerd en of het stellen van locatie-eisen nodig is. Als dat niet het geval is, dan kan de gemeente vervolgens door het vaststellen van een exploitatieplan de regie op de ruimtelijke ontwikkeling behouden en de kosten die daarmee samenhangen afdwingen.

Kostenverhaal

De afspraken om te kunnen komen tot de realisatie van een particulier initiatief worden doorgaans vastgelegd in een intentieovereenkomst (IO) en vervolgens een anterieure overeenkomst (AO). In de overeenkomst passeren een groot scala aan onderwerpen de revue. Een belangrijk element is het kostenverhaal. In Purmerend is dit onder te verdelen in het betalen van de gemeentelijke plankosten, gebiedsoverstijgende kosten (nota GKP) en voor sommige gebieden een gebiedseigen kostenverhaal in de vorm van een Aanvullingsbesluit.

De te betalen plankosten worden nagenoeg altijd op basis van een vaste, vooraf overeengekomen prijs contractueel vastgelegd. Indien de werkelijk gemaakte plankosten afwijken van de door de initiatiefnemer betaalde bijdrage wordt het saldo tussen de betaalde bijdrage en de werkelijk gemaakte plankosten verrekend via de bestemmingsreserve gronden. De middelen die beschikbaar komen door de betaalde bijdragen voor de GKP of aanvullingsbesluiten moeten ingezet worden voor investeringen die aan die kostenverhaalsbesluiten zijn gerelateerd.

In september 2022 is de nota GKP geactualiseerd. De actualisatie gaat in de kern over het vastleggen van nieuwe tarieven die deels samenhangen met de investeringsopgave van de gemeente. Deze is gekoppeld aan de investeringsagenda. Daarnaast zijn in 2022 voor verschillende deelgebieden Aanvullingsbesluiten vastgesteld.

Vennootschapsbelasting

De gemeentelijke grondexploitaties gelden als een activiteit die zich kwalificeert als onderneming voor de vennootschapsbelasting (VPB). Een toelichting op de uitwerking hiervan en de financiële consequenties zijn terug te vinden in het onderdeel 'overhead, VPB en onvoorzien'.

Richtlijnen verslaglegging grondexploitaties en resultaatbestemming

Voor lopende grondexploitaties gelden de volgende richtlijnen:

  • de looptijd van een grondexploitatie is maximaal 10 jaar. Afwijken van deze termijn mag, mits de gemeenteraad besluit tot aanvullende beheersmaatregelen. Het complex Wheermolen Oost heeft een resterende looptijd van ca. 12 jaar;

  • de rentetoerekening aan grondexploitaties wordt gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen, gedurende 2022 was dit 1,00%;

  • de disconteringsvoet voor alle grondexploitaties is conform de “Notitie Grondbeleid in begroting en jaarverslaggeving juli 2019” van de Commissie BBV 2%. Deze disconteringsvoet is de grondslag voor het bepalen van de Netto Contante Waarde;

  • de hoogte van een verliesvoorziening voor een negatieve grondexploitatie wordt bepaald aan de hand van de (negatieve) netto contante waarde van de grondexploitatie.

Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren winsten en verliezen ten aanzien van grondexploitaties, hanteren we binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek:

Verliesneming
Zodra duidelijk wordt dat een grondexploitatie verliesgevend zal worden afgesloten, wordt het verlies verwerkt in het resultaat. Dit vindt plaats door een verliesvoorziening te treffen. Bij een verliesgevende grondexploitatie wordt per project bekeken en vastgesteld hoe de dekking van het verlies ingeregeld wordt. Dit is regulier de reserve gronden danwel de reserve woningprogrammering (voor sociaal programma).

Winstneming
Winstneming vindt plaats bij het afsluiten van een grondexploitatie en/of tijdens de looptijd. De bepaling van de winstneming volgt de BBV-richtlijnen. Binnen de gemeente Purmerend wordt het uitgangspunt gehanteerd dat winstneming 50% ten gunste van de algemene reserve en 50% ten gunste van de bestemmingsreserve gronden komt zodat de grondexploitaties bijdragen aan de solvabiliteit van de gemeente en het weerstandsvermogen voor stedelijke ontwikkelingsprojecten.

Actuele prognoses grondexploitaties

In onderstaande tabellen zijn de looptijd, actuele boekwaarden en de verwachte eindresultaten van de grondexploitaties (BIE) weergegeven.

Tabel: Verwachte resultaten Bouwgrond in Exploitatie (BIE)

Projecten (bedragen in € mln.)

Looptijd

Boekwaarde
(31-12-2022)

Resultaat
2023 (NCW)

Positieve Grexen

Baanstee Noord

2030

-16,52

43,80

Brantjesstraat

2023

0,60

0,56

Kop West

2025

5,95

3,20

Steltloper 8

2024

-0,05

0,86

Verzetslaan

2024

-0,25

0,46

Subtotaal positieve grexen

-10,27

48,88

Negatieve Grexen

BOL

2026

-1,88

-1,35

Wheermolen Oost

2034

-3,27

-2,90

Subtotaal negatieve grexen

-5,15

-4,25

Totaal

-15,42

44,63

Tabel: Winstneming over 2022

Tussenstijdse winstneming (in € mln)

Eindwaarde

Projectspecifieke
risico's

Percentage
winstneming

Genomen winst
t/m 2021

Winstneming
2022

Baanstee Noord

51,32

2,92

28%

7,38

6,25

BOL

-1,46

0,42

0

0

0

Brantjesstraat

0,56

0

100%

0,03

0,54

Kop West

3,39

0,09

85%

2,67

0,16

Steltloper 8

0,89

0

0

0

0

Verzetslaan

0,48

0

0

0

0

Wheermolen Oost

-3,68

5,07

0

0

0

Totaal

51,51

8,50

10,08

6,94

De reserve gronden heeft per 31 december 2022 een saldo van € 5,2 miljoen (2021: € 5,2 miljoen). Voor de grondexploitaties is een benodigd weerstandsvermogen berekend afgezet tegen weerstandscapaciteit in de algemene reserve. Het benodigd weerstandsvermogen (berekende risico’s) is berekend op € 13,5 miljoen (2021: € 11,9 miljoen).

De Beemster Compagnie

VOF De Beemster Compagnie is opgericht in 2011 door de gemeente Beemster en Bouwfonds Ontwikkeling B.V. (thans BPD Ontwikkeling). Het doel is gestalte te geven aan de nieuwbouwontwikkelingen in Zuidoostbeemster (De Nieuwe Tuinderij) en in Middenbeemster (De Keyser). Deze ontwikkelingen betreffen vanuit de oorspronkelijk gesloten overeenkomst een volledig koopprogramma. In de afgelopen jaren zijn echter ook in overleg met elkaar sociale huuren koopwoningen gerealiseerd. De Beemster Compagnie is een V.O.F. waarbij zowel de gemeente Purmerend als BPD Ontwikkeling 50% eigenaar is. Ook winsten en verliezen worden in deze verdeling genomen. De gemeente mag deze winsten pas nemen bij uitkering ervan door de VOF. Voor deze ontwikkelingen wordt ieder jaar, samen met het MPG, een actualisatie van de grondexploitaties aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd.

In onderstaande tabel zijn de looptijd, actuele boekwaarden en de verwachte eindresultaten van de grondexploitaties (BIE) weergegeven.

Projecten (bedragen in € mln.)

Looptijd

Boekwaarde
(31-12-2022)

Resultaat
2023 (NCW)

De Nieuwe Tuinderij West en Oost

2023

6,69

4,75

De Keyser

2026

0,42

2,49

Totaal

7,11

7,24