PDF Opties

5. Financiering

Algemeen

Doelstelling

Doel van deze paragraaf is om de raad te informeren over het gerealiseerde treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s in 2022. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Dit moet plaatsvinden binnen de kaders van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording), de Wet fido (Wet Financiering Decentrale Overheden) en de Wet HOF (Wet Houdbare Overheids Financiën). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te regelen.

Gemeentelijke kaders

Onze kaders zijn vastgelegd in de, volgens artikel 212 Gemeentewet, vastgestelde 'Financiële verordening gemeente Purmerend 2022 (raadsbesluit 1560520). Het gaat om kaders voor het uitvoeren van de financieringsfunctie zoals doelstellingen, richtlijnen en limieten die voor het college gelden. In deze verordening is ook het treasuryonderdeel opgenomen waarin de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie is vastgelegd met uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het bevat met name protocollen voor de dagelijkse uitvoering. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn het kasbeheer, het risicobeheer, de financiering en de administratieve organisatie.

Beleidsdoelstelling

De beleidsdoelstelling is om inzicht te hebben in de langetermijnontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen we geen overmatige risico’s lopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend.

Ontwikkelingen gemeente Purmerend

Risicobeheer

In de Wet fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm opgenomen om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken. Renterisico is het risico dat de rentelast van een gemeente ineens fors stijgt. Dit kan als veel lopende schuld vervalt en er opnieuw financiering nodig is tegen een mogelijk fors hoger rentepercentage. De wetgever stelt daarom eisen aan het maximale jaarlijkse renterisico voor een gemeente (Wet fido). Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (norm voor leningen met looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (norm voor leningen met looptijd vanaf 1 jaar). Deze normen bepalen de speelruimte voor de gemeente om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gekoppeld aan de begrotingsomvang.

Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in:

  • het renterisico van de vlottende schuld (de kasgeldlimiet) en

  • het renterisico van de vaste schuld (de renterisiconorm).

Kasgeldlimiet

De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. Een gemeente mag drie kwartalen achter elkaar deze limiet overschrijden. De norm wordt getoetst op de eerste dag van het kwartaal. In onderstaande tabel is het kasgeldlimiet over 2022 weergegeven (bedragen x € 1.000):

Kwartaal

Maximaal % o.b.v. actuele regeling

Berekend maximaal limiet

Vlottende middelen -/- vlottende schuld

Onderschrijding

I

8,50%

-24.973

-15.562

9.411

II

8,50%

-24.973

2.364

27.337

III

8,50%

-24.973

14.308

39.281

IV

8,50%

24.973

-9.044

15.929

In 2022 is de kasgeldlimiet niet overschreden, ondanks dat gedurende het hele jaar de financieringsbehoefte zoveel als mogelijk is afgedekt met kortlopende financiering. Er is in 2022 niet geleend, behoudens het doorverstrekken van een lening aan de Rugby Club Waterland van € 174.000. Op basis van de gegevens in deze jaarrekening voldeden wij gedurende geheel 2022 aan de kasgeldlimietnorm.

Renterisiconorm

Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het doel van deze norm is het beheersen van de renterisico's op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. De renterisiconorm voorkomt dat een te groot deel van de totale gemeentelijke schuld (met looptijd langer dan 1 jaar) in eenzelfde jaar vervalt en opnieuw financiering nodig is tegen een mogelijk fors hogere rente. Er is één langlopende lening aangegaan van € 174.000. Een overschrijding van de renterisiconorm in 2022 is daarom niet aan de orde. In onderstaande tabel is de renterisiconorm (op kas- en contractbasis) over 2022 weergegeven (bedragen x € 1.000):

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

Realisatie 2022

1a

Rente herziening op vaste schuld opgenomen gelden (o/g)

-

1b

Rente herziening op vaste schuld uitgeleende gelden (u/g)

-

2

Rente herziening op vaste schuld (1a -/- 1b)

-

3a

Nieuw aangetrokken vaste schuld

174

3b

Nieuw verstrekte lange leningen

-

4

Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/- 3b)

174

5

Betaalde aflossingen

20.987

6

Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

174

7

Renterisico op de vaste schuld (2+6)

174

8

Renterisiconorm

58.760

9a

Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7)

58.586

9b

Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8)

-

10

Berekening renterisiconorm:

11

Begrotingstotaal (primitief 2022)

293.800

12

Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage

20%

Renterisiconorm (10 x 11)/ minimum € 2,5 mln

58.760

Financiering

a. Portefeuille opgenomen langlopende leningen

De ontwikkeling van de leningenportefeuille op de vaste schulden is in onderstaande tabel weergegeven (bedragen x € 1.000).

Schuldrestant opgenomen leningen per 1 januari 2022

€ 285.858

Nieuw aangetrokken leningen

€ 174

Reguliere aflossingen

-€ 20.987

Schuldrestant o/g leningen per 31 december 2022

€ 265.045

Per 31 december 2022 heeft de gemeente 34 langlopende geldleningen o/g met een totaalrestant van ruim € 265 miljoen. Het grootste deel is voor financiering van investeringen en een klein deel wordt doorgeleend: Stadsverwarming (€ 8 miljoen), woningcorporaties (€ 1,9 miljoen) en de Rugby Club Waterland (€ 174.000). Het gemiddelde rentepercentage voor 2022 bedraagt 1,11%.

Het gemiddelde rentepercentage van de totale portefeuille blijft in 2022 rond de 1%. De stijgende rente in 2022 heeft geen doorwerking gehad op het gemiddelde rentepercentage van onze leningsportefeuille. Voornaamste oorzaak is het niet aantrekken van langlopende leningen in 2022. De verwachting is dat er op korte termijn nog een aantal renteverhogingen aan zit te komen, omdat de inflatie (te) hoog blijft. Het streven van de Europese Centrale Bank (ECB) is om de inflatie weer op een stabiel niveau van 2% te krijgen (ligt nu jaarbasis op bijna 10%). Dit betekent dat de renteverhogingen naar alle waarschijnlijkheid voorlopig nog wel door zullen gaan, omdat de inflatie (te) hoog blijft. Als de ECB de rente verhoogt, gaat ook de rente die Purmerend moet betalen omhoog. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een stijgende rente. Als deze rente verder stijgt dan voorzien, dan informeren wij de raad bij de Voorjaarsnota. De stand van de leningenportefeuille is eveneens terug te vinden bij de toelichting op de balans.

In 2022 is er één langlopende geldleningen aangetrokken van € 174.000. De specificatie hiervan is:

Instelling

Bedrag

Periode

Rente%

BNG

€ 174.000

13 jaar fixe

2,970%

In de begroting 2022 was een financieringsbehoefte opgenomen van maximaal € 67 miljoen voor de herfinanciering van leningen en financiering van geplande investeringen. Dit is door vertraging in de uitvoering van de geplande investeringen (o.a. IHP, GRP, beheersplannen kunstwerken, wegen en bruggen), vooruitontvangen specifieke uitkeringen in 2022 (uitgaven in 2023 en later), hogere ontvangsten (o.a. Oekraïne en gemeentefonds), grondverkopen en een voordelig rekeningresultaat. De portefeuille langlopende leningen is per saldo afgenomen met ruim € 20,8 miljoen.

De verklaring van de lagere financieringsbehoefte 2022 is in onderstaande tabel af te leiden:

Ontwikkeling van de schuldenlast (in miljoenen euro's):

Prognose
31-12-2022

Rekening
31-12-2022

Geinvesteerd vermogen:

(Im-)materiële activa

362,0

312,4

Financiële activa

57,2

60,8

Grondexploitaties

16,7

28,2

Totaal aan geinvesteerd vermogen

435,9

401,4

Eigen vermogen:

- Algemene reserve en bestemmingsreserves (exclusief resultaat 2022)

47,7

74,0

- Resultaat boekjaar

5,2

20,1

Vreemd vermogen:

- Langlopende leningen o/g

352,2

265,0

- Voorzieningen

10,1

12,0

- Kortlopende financieringsmiddelen (b.v. kasgeld)

20,7

30,3

Totaal gefinancierd

435,9

401,4

Op basis van bovenstaande bedraagt de schuld per inwoner (basis: 92.240)

4.726

4.352

Duidelijk zichtbaar is dat de lagere stand van de financieringsbehoefte veroorzaakt wordt door vertragingen in investeringstempo van de materiële vaste activa. Dit is een tijdelijk effect. De hogere stand van de financiële vaste activa komt doordat er een agiostorting is verstrekt aan InWest Regio b.v.. Hierover is besluitvorming in de raad geweest. Ook is er een tweetal leningen verstrekt aan de Rugby Club Waterland en H20 vastgoed b.v. (Spinnekop) en is er een hogere boekwaarde bij de Svn door het verstrekken van starters- en duurzaamheidsleningen. Daarnaast is de boekwaarde van de grondexploitaties licht gestegen, omdat per saldo meer investeringen en winstnemingen zijn geweest dan bouwopbrengsten. De groei van de algemene reserve wordt veroorzaakt door het hoge rekeningresultaat 2022. Dit wordt elders in deze jaarrekening nader toegelicht.

b. Portefeuille opgenomen kortlopende leningen

De gemeente streeft ernaar zo veel mogelijk gebruik te maken van kortlopende financiering. Dit omdat kortlopende financiering doorgaans goedkoper is dan langlopende financiering. Om die reden wordt er gebruik gemaakt van de rekening courant faciliteit bij de BNG en worden er kasgeldleningen aangetrokken. In 2022 is weer maximaal kort gefinancierd via hoofdzakelijk kasgeldleningen, dit binnen de kaders van de kasgeldlimiet. De rentetarieven hiervoor lagen tussen de -0,42% negatief en 2,50% positief. Over heel 2022 is er per saldo sprake geweest van een renteopbrengst op beide financieringsinstrumenten. De verwachting is dat dit beeld in 2023 omslaat naar een rentelast.

c. Waarborgen en garanties

De gemeente Purmerend heeft garanties verleend voor geldleningen aan diverse organisaties. Het gaat hierbij om woningbouw, HuisVuilCentrale Alkmaar (HVC), Stadsverwarming (SVP) en maatschappelijke instellingen. Bij de afweging voor financiële steun aan een instelling maakt Purmerend een afweging tussen het belang van de publieke taak en de financiële risico’s. Garantstelling kan worden ingezet als middel om een of meer beleidsdoelen te realiseren. Als de lening volledig kan worden ondergebracht bij een waarborgfonds, wordt geen gemeentegarantie afgegeven. De omvang van de uitstaande leningen waarvoor we garant staan is opgenomen bij de toelichting op de balans. In 2022 zijn er wijzigingen geweest bij de Stadsverwarming Purmerend en het Waarborgfonds (WSW).

Het Waarborgfonds (WSW) staat borg voor de leningen die woningcorporaties aantrekken voor de bouw van sociale huurwoningen. De achtervang van het WSW is voor 50% van het rijk en voor 50% van de gemeenten, waarin de bij het WSW aangesloten woningcorporaties werkzaam zijn. Woningcorporaties zijn niet verplicht een lening te laten borgen door het WSW en deel te nemen aan het WSW. Het risico van de achterborgstelling WSW is zeer klein. Door wijzigingen in het borgstelsel is er in 2021 een nieuwe generieke achtervangovereenkomst van kracht. Deze nieuwe overeenkomst heeft direct geen financiële gevolgen. De aanpassing van de verdeelsleutel kan ertoe leiden dat het risico van onze gemeente toeneemt, omdat we meedelen in de totale leningenportefeuille van een corporatie die ook buiten Purmerend werkzaam is. De kans dat dit risico zich voordoet is echter zeer minimaal.

De leningen aan de woningbouwcorporaties zijn gegarandeerd door het WSW. Op alle leningen is regulier afgelost.

Rentemethodiek en renteresultaat

Voor de toerekening van de rentelasten maakt gemeente Purmerend gebruik van de renteomslag-methode. Hierbij beschouwen we als rentelasten:

  • Voor de externe financiering: het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen.

  • Voor de interne financiering: de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen, te weten de reserves en voorzieningen en de omslag-rente over de investeringen en deelnemingen.

Door toepassing van de rente-omslag-methode rekenen we de rentelasten, aan de hand van de stand van de investeringen, toe aan de taakvelden in de programmabegroting. De gedachte achter het toerekenen van bespaarde rente over de reserves en voorzieningen is dat het voor de kostprijsberekening van een gemeentelijke taak niet uitmaakt of hiervoor externe financiering is aangetrokken of dat dit uit eigen middelen gefinancierd is. Als de omslagrente afwijkt van de rente die de gemeente (gemiddeld) op haar opgenomen leningen betaalt, ontstaat een renteresultaat. We hebben in 2022 een omslagpercentage van 1,00% gehanteerd. Hierdoor is een renteresultaat ontstaan:

Het renteresultaat voor 2022 is als volgt opgebouwd: (x € 1.000)

Ontwikkeling renteresultaat 2022

a. De externe rentelasten over korte en lange financiering

+/+

2.996.996

b. De externe rentebaten (idem)

-/-

-319.228

Saldo rentelasten en rentebaten

2.677.769

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

-397.521

c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend (werkelijke rente lening og): project Baanstee-Noord, SVP en Wooncompagnie

-/-

-245.093

c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend (werkelijke rente lening)

+/+

215.071

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

-427.543

d1. Rente over voorzieningen

+/+

0

d2. Rente over eigen vermogen

+/+

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

0,66%

2.250.225

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag):

- MVA integraal gefinancierd (omslagrente)

-/-

-2.916.982

- FVA-deelnemingen (omslagrente)

-/-

-482.117

1,00%

-3.399.099

Renteresultaat op het taakveld treasury excl. bespaarde rente

0,34%

-1.148.874

De begroting bevat jaarlijks een raming van het verwachte renteresultaat en de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen. Het renteresultaat (€ 1,15 miljoen) begroten we onder de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). In de Najaarsrapportage 2022 was rekening gehouden met een renteresultaat van afgerond € 1,07 miljoen. Het renteresultaat is ten opzichte van de Najaarsrapportage 2022 bijgesteld door lagere kosten op de rekening courant en de transitorische rente die is aangepast.

EMU saldo (wet HOF)

De Europese afspraken die in de wet HOF (Houdbare Overheids Financiën) zijn vastgelegd, gaan over de reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld. Het Rijk en de medeoverheden leveren een gelijkwaardige inspanning hiervoor. De norm voor de gezamenlijke gemeenten is bepaald op een negatief EMU-saldo van 0,27% van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Het aandeel in het EMU-tekort betreft een inspanningsverplichting. Er staat momenteel geen sanctie op een eventuele overschrijding van het toegestane EMU-tekort. Jaarlijks worden de individuele referentiewaarden per gemeente bekend gemaakt (Purmerend 2022 € 9.208.576). Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.

Kredietrisico

Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering vanwege het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij door insolventie of deficit. In 2022 is er een uitzetting van middelen geweest bij InWest Regio b.v.. De deelname van Purmerend hierin is eind 2022 € 260.515 en zal de komende jaren oplopen. Daarnaast is een openstaande vordering van H20 vastgoed b.v. omgezet in een lening van 2 jaar in verband met een beperkte kasstroom. Het gaat hier om een bedrag van € 300.000 voor de aankoop van het pand Spinnekop-3. De gemeente Purmerend loopt een beperkt krediet risico over gelden die zijn uitgezet in het kader van haar publieke taak (woningbouwcorporaties, stadsverwarming en derden). Verder maken we geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten.

Koersrisico

Het koersrisico is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De gemeente neemt deel in het aandelenvermogen van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, Stadsverwarming Purmerend, HuisVuilCentrale Alkmaar (HVC), ROM InWest en direct via Alliander (netwerkbeheer). Het risico op waardeverlies van deze aandelen is aanwezig en worden daarom actief gemonitord.

Relatiebeheer/saldobeheer

De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten c.q. kastekorten met inachtneming van het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen.

Het betalingsverkeer in 2022 heeft zo veel mogelijk plaatsgevonden via de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Hieraan ten grondslag ligt de Financieringsovereenkomst voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer. Op basis hiervan beschikt de gemeente Purmerend over een direct opneembaar krediet via de rekening courant. BNG Bank hanteert in rekening-courant het dagelijks door de European Banking Federation gepubliceerde 1-maands Euribor tarief. Per 31 december 2022 bedroeg het 1-maands Euribor-tarief 1,883%. De bij de BNG aangehouden rekeningen voor belastingen en sociale zaken worden voor de bepaling van het totaal saldo automatisch vereffend.

Daarnaast heeft de gemeente sinds 2013 te maken het zogenoemde schatkistbankieren. Dit verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. Tegelijkertijd hoeft het Rijk dan minder geld te lenen op de financiële markten waardoor de staatsschuld daalt. Bij schatkistbankieren worden de tegoeden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Tot een bepaald bedrag mogen gemeenten hun overtollige financiën wel buiten de schatkist van het Rijk houden. Voor Purmerend bedraagt dit drempelbedrag in 2022 € 5,9 miljoen. Conform de vereisten in het BBV (art 52c), vermelden we in de toelichting op de balans het drempelbedrag en, per kwartaal, het bedrag aan middelen dat Purmerend buiten ’s Rijks schatkist heeft aangehouden.

Naast het betalingsverkeer via de BNG vond in 2022 nog beperkt betalingsverkeer plaats via de ABN AMRO bank.